ZOEK BEHANDELAARklik hier

Route:  
  1. Home
  2. Kennisbank
  3. Triggertopics - Blogs

Triggerpoint therapie in je praktijk



Hanneke Heij

Hoe triggerpoints ontstaan en hoe je ze kan deactiveren

Als je Myofasciale TriggerPoints (MTrP) effectief wilt behandelen, is het van belang dat je zelf exact weet hoe ze ontstaan, in welke spieren ze voorkomen, hoe ze te herkennen zijn, wat ze voor klachten kunnen veroorzaken en natuurlijk ook: hoe je kunt deactiveren. In dit blog lees je in het kort over deze belangrijke basisstof.

Wat is een triggerpoint?

Simpel gezegd is een triggerpoint een punt in een spier met een kramptoestand. Druk je op dit punt, ofwel triggerpoint, dan krijg je pijn die zowel lokaal als afgeleid kan zijn. Afgeleide pijn komt bij triggerpoints veel voor en deze kramptoestand in de spier heeft gevolgen in andere delen van het lichaam.

Dit komt doordat:
•    Triggerpoints de spiervezels verkorten, waardoor er spanning komt in naastliggende gewrichten en spieren. Dit veroorzaakt pijn, stijfheid, knakken en kraken.
•    Triggerpoints verzwakken spieren en kunnen druk uitoefenen op zenuwen en bloedvaten. Dit kan tintelingen, koude lichaamsdelen of uitstralende pijn veroorzaken.

Triggerpoints bestaan in verschillende varianten. Je kunt ze altijd onderverdelen in de volgende drie soorten:


1.    Primaire triggerpoints: deze triggerpoints zijn de eerste triggerpoints die in een lichaam zijn ontstaan. Ze liggen ten grondslag aan de klachten. Probeer daarom bij de eerste behandeling te achterhalen wat de primaire triggerpoints zijn, want deze behandelen geeft een aanzienlijke verbetering!
2.    Secundaire triggerpoints: deze triggerpoints ontstaan doordat bepaalde spieren onterecht worden gebruikt, ter compensatie van de aangedane spieren met primaire triggerpoints. Onderzoek daarom bij je behandeling of de synergisten of antagonisten ook triggerpoints hebben.
3.    Satelliet triggerpoints: deze triggerpoints kunnen ook dóór de primair ontstane triggerpoints in andere spieren ontstaan. Satelliet triggerpoints spoor je op in het afgeleide pijngebied van de primaire triggerpoints.

Hoe ontstaat een triggerpoint?

Een triggerpoint bevindt zich in een spier. Het is een kramptoestand die wordt veroorzaakt door het aanspannen van de spier. Door overbelasting of uitputting blijven delen in de spier aangespannen. Een deel van de spier is hierdoor verkort. De oorzaak? Er is te weinig energie in de spier voor ontspanning van de sarcomeren die de werkelijke contracties mogelijk maken. Een triggerpoint verergert dit tekort aan energie in de spier en zal daarom niet vanzelf verdwijnen. Zo ontstaat er een vicieuze cirkel. Zo kan een triggerpoint ‘groeien’ en groter worden wat weer kan zorgen voor triggerpoints in andere spieren (secundaire en satelliet triggerpoints). Daarom is het belangrijk om tijdig triggerpoints te behandelen, zodat het lichaam weer snel optimaal kan functioneren.


Triggerpoints kunnen door verschillende factoren in spieren ontstaan. Vaak heeft het te maken met overbelasting door bijvoorbeeld een verkeerde houding, herhaaldelijke bewegingen, stress en zware inspanningen. Onderbelasting, te weinig lichaamsactiviteit en coachsurfing. Ze kunnen overigens ook het gevolg zijn van vallen, schokken, botsingen en medische ingrepen. De ontstane triggerpoints spelen meestal ook een rol bij de meer ‘chronische’ aandoeningen zoals bijvoorbeeld RSI/KANS, migraine en een whiplash. Heb je heel veel triggerpoints dan heet dat een myofasciaal pijnsyndroom (MPS). 

In welke spieren vind je vaak triggerpoints?

Het lichaam bestaat voor ongeveer 50% uit spiermassa, en afhankelijk van welk boek je leest zijn dat 600 tot 800 spieren. Dat zijn heel wat spieren om te onderzoeken voor mogelijke triggerpoints!. Gelukkig zijn klachten vaak prima te herleiden naar bepaalde spieren en de triggerpoints hierin. Spieren waarin vaak triggerpoints worden gevonden en hier klachten veroorzaken zijn vooral de bewegingsspieren.

Welke klachten veroorzaken triggerpoints?

De klachten die triggerpoints veroorzaken zijn ontzettend uiteenlopend. Sommige klachten zijn heel duidelijk, omdat ze op één plek in het lichaam voor pijn zorgen. Andere klachten zijn vager en diffuus. Ze treden bijvoorbeeld op ‘willekeurige plekken’ in het lichaam op en een duidelijke oorzaak of bepaald punt waar de pijn vandaan komt, is niet aan te wijzen. Vaak vallen die laatste pijnklachten onder afgeleide pijn. Of de klachten nu direct of indirect zijn, ze zijn onder te verdelen in deze drie soorten symptomen:
1.    Sensorische symptomen: lokale gevoeligheid, afgeleide pijn op korte afstand, gevoelsverandering als een doof huidgevoel of jeuk, drukpijn.
2.    Motorische symptomen: verstoorde motorische functie, verminderde coördinatie, spierzwakte, spierstijfheid, beperkte bewegingsuitslag.
3.    Autonoom-vegatatieve symptomen: verkleuring of temperatuurverschil van de huid rond de triggerpoint, duizeligheid, oorsuizen, slaapproblemen, chronische pijn.


Triggerpoints kunnen actief en latent zijn. Is een triggerpoint actief dan zijn de symptomen herkenbaar, of ze nu lokale of afgeleide pijn veroorzaken. Is een triggerpoint latent, dan is er voornamelijk sprake van stijfheid en wordt de klacht niet herkent door de cliënt. Pijn komt dan alleen voor als de punt in de spier wordt geprikkeld door bijvoorbeeld een vinger die op de plek wordt gedrukt.

Afgeleide pijn

Afgeleide pijn wordt door cliënten omschreven als dof, scherp, stekend en/of brandend. Soms wordt er ook gesproken over een doof gevoel of andere gevoelssensaties. Meestal is de afgeleide pijn in perifere richting van de triggerpoint te voelen. De pijn kan echter ook lokaal (bij ongeveer 10% van de gevallen) en centraal afgeleid (bij ongeveer 5% van de gevallen) voelbaar zijn.

Hoe herken je een triggerpoint?

Een myofasciaal triggerpoint zit in de spierbuik van een spier. Vaak is dit in het midden van de spier, waar de motorische zenuw de spier binnenkomt. De triggerpoint voelt veelal aan als een strakke streng in een verdikking van de spier. Soms lijkt het een speldeknop, soms een knikker en soms is het langwerpiger en lijkt het meer op een rijstkorrel of macaroni. De ene triggerpoint is erg klein, de andere – met name die in de grote spieren van de bovenbenen – kan wel één tot twee centimeter in doorsnee zijn. Triggerpoints vind je het best door met je vingertoppen dwars over het midden van de spieren te palperen. 


Heb je eenmaal de streng gevonden, dan is het nog zoeken naar de plek waar de triggerpoint zit. Zoek eerst naar de plek waar de tonus van de spier verandert daarna kun je in deze plek zoeken naar het triggerpoint. Dit lukt het best in samenwerking met de patiënt, laat deze je vertellen waar je precies moet zijn. Als de triggerpoint wat dieper ligt, zal je zacht, wat meer in de diepte moeten werken. Doe het wel voorzichtig, want op een triggerpoint drukken kan zowel een doffe als een scherpe pijn geven. Het is ‘goede pijn’ als de patiënt ontspannen blijft ademhalen en zijn of haar hele lichaam blijft ontspannen.

Hoe behandel je triggerpoints?

Triggerpoints zijn een soort verstoppingen in de spiervezels. Massage is nodig om de triggerpoints als een soort spons leeg te knijpen. Massage dient langzaam te gebeuren, want de spons moet ook de tijd krijgen om zich weer vol te zuigen met goede stoffen en zuurstof. Langzame massage stimuleert het best de plaatselijke bloedcirculatie. Zuurstof en voedingsstoffen kunnen zo weer goed in de hele spier komen en afvalstoffen worden beter afgevoerd. De spieren kunnen zich zo herstellen en weer goed ontspannen.


Hierbij enkele basistips voor het ‘wegmasseren’ van triggerpoints:
•    Masseer in de vezelrichting, ofwel de lengterichting van de spier.
•    Neem bij de beweging de huid mee, masseer het triggerpoint dus in de diepte in de spier.
•    Kun je een spier gemakkelijk ‘oppakken’? Kneed de spier en triggerpoint dan tussen je duim en wijsvinger.
•    Zit de triggerpoint in een platte spier? Maak dan een diepe glijbeweging waarbij je de huid meeneemt. Gebruik ondersteunde duim, vingers en elleboog. En bij de zelfbehandeling kun je ook je knie of hiel gebruiken, afhankelijk van de diepte van de spier, de locatie van de spier in het lichaam en wat voor jou het minst belastend is.
•    Gebruik zoveel mogelijk een hulpmiddel, zoals een massagebal, een theracane of een knobbel, om je vingers te sparen

Deze basisstof komt bij Triggerpoint-therapie, module 1, Triggerpoint-therapie, myofasciale vaardigheden,  uitgebreid aan bod met achtergrondinformatie, handige hulpmiddelen zoals posters en e-books, en praktijkuitleg met oefeningen.

Ben je geen masseur maar per ongeluk hier terecht gekomen en herken je dit verhaal? Zoek je iemand die kan onderzoeken of jouw klachten door triggerpoints veroorzaakt worden? Kijk dan hier bij onze speciaal opgeleide behandelaars.

Bronnen

  1. Davies, C. (2003). Handboek triggerpoint-therapie; verminder zelf je pijnklachten. Haarlem: Altamira-Brecht BV.
  2. Gautschi, R. (2016). Manuelle Triggerpunkt-therapie; myofasciale schmerzen und funktionsstorungen erkennen, verstehen und behandln. Stuttgart: Thieme.
  3. Travell, G., Simons, G., Simons, S. (1999). Myofascial Pain and Dysfunction. The Trigger Point Manual. Volume 1. Upper Half of Body and volume 2. The Lower Extremities. Williams & Wilkins: Philadelphia.

 

Wil je geen blog missen? Schrijf je dan hier in!

Reageer!

<  Terug
Inspireer anderen en deel via

 

Schrijf je hier in voor de NIEUWSBRIEF

Blijf op de hoogte van webinars, blogs, handige tips, onderzoeken en nieuwe trainingen & ontwikkelingen.

JA! Interessant.